Verlegen
Basisschool
Toen ik op de basisschool zat was ik niet verlegen, maar een blij, enthousiast en open kind. Ik had nooit ruzie en ik kon met iedereen opschieten. Ik zat op een openbare basisschool en het gebouw waar die school in zat, huisveste ook een Christelijke school. De kinderen van de laatste 2 jaren hadden altijd ruzie met elkaar. De openbaren tegen de Christelijken. En andersom. Dat ging er vaak hard aan toe. Als het winter was, maakten ze sneeuwballen met steentjes erin. Die deden ze dan in het ijskoude water, waardoor het ijsballen werden. Dat daar nooit gewonden bij vielen is me een raadsel. Contrast
Maar ik deed daar dus bijna nooit aan mee. Samen met Gerben, die zat op de Christelijke school, keken we vaak naar de massale vechtpartij. Wij waren vrienden en zagen het nut niet in van de vechtpartij.
Achteraf is dat een hele leuke herinnering. Samen op de rand van de zandbak zaten we. Heel de beide scholen vochten met elkaar, tot bloedens toe. En wij hadden het gewoon gezellig samen!
Pubertijd
Naarmate de pubertijd dichterbij kwam, kroop ik steeds meer in mijn schulp. Ik werd heel erg verlegen en durfde niet veel meer.
Dat was wel erg lastig. Als ik een spreekbeurt moest houden, klapte ik dicht. Ik werd helemaal rood, kreeg tranende ogen en een droge keel. Echt erg was dat.
Daardoor begon ik vaak te spijbelen als ik wist dat ik iets moest doen op school, zoals een spreekbeurt.
En daardoor hing ik vaak op straat met vrienden. Wij haalden dan allerlei kattekwaad uit.
Misschien dat ik hier later nog wat meer op in ga. Dat hangt een beetje van jullie af. Als ik meerdere reacties krijg over wat voor soort kattekwaad, dan schrijf ik daar een aparte blog over.
Heiploeg
Toen ik ongeveer 21 jaar was, ging ik van school. Ik ben naar een fabriek gegaan en kon gelijk aan het werk. Dat was niks voor mij. Geestdodend werk waar ik erg agressief van werd.
Dus ik bedacht me dat dit niet langer zo kon. Ik heb nooit echt geweten wat ik wilde worden. Uiteindelijk heb ik in de avonduren een cursus beveiliging gevolgd. Overdag werken en 's avonds leren. Ik moest ook ongeveer een maand stage lopen. Dat deed ik in het Groninger museum. En dat vond ik dus doodeng. Mensen kwamen dingen aan me vragen en ik moest wel met mensen praten door mijn functie. Ik werd dus weer erg geconfronteerd met mijn eigen onzekerheid.
Een beetje dwang voor eigen bestwil
Ik wilde niet meer onzeker/verlegen zijn. Dat werd een doel van mij. Dus toen ik klaar was solliciteerde ik op een baantje waarbij ik gedwongen werd met mensen te praten. En dat was winkelsurveillant in warenhuis de V&D in Groningen, op de Grote Markt. Die bestaat nu helaas niet meer. Daar heb ik zoveel geleerd! Het was natuurlijk niet makkelijk, maar ik was wel blij dat ik op een normale, niet onzekere manier, met mensen kon praten. Er ging een enorme last van me af!
Daarna heb ik nog een aantal jaar in de beveiliging gewerkt. Daarbij heb ik diverse functies bekleed, tot ik solliciteerde als mensenmanager. En in die functie kwam ik volledig over mijn onzekerheid heen. Het heeft even geduurd, maar het is toch gelukt.
Geestelijk groeien
Dus ik vind dat ik geestelijk gegroeid ben. En ik ben van mening, dat als je geestelijk rijker wordt, dat je leven ook rijker wordt.
Reacties
Een reactie posten